Dit artikel onderzoekt de stelling van Robert Frank in zijn recente boek Falling behind (2007) dat een grotere inkomensongelijkheid de statusjacht versterkt en daardoor de middeninkomensgroepen schaadt. In een eenvoudig model waarin het nut zowel afhangt van de consumptie van normale consumptiegoederen als van statusgoederen, leidt een stijging van het inkomen tot een groeiend aandeel van statusgoederen in het consumptiepakket. Als ook het aantal gewerkte uren vrij te kiezen is, gaat men vanaf een zeker inkomensniveau bij een loonstijging meer uren werken en het extra inkomen volledig aan statusgoederen uitgeven, waardoor het nut daalt. De invloed van de inkomensongelijkheid op de statusconsumptie is theoretisch echter onbepaald, zodat de stelling van Frank in algemene zin niet opgaat.