In deze studie vergelijken we de arbeidsmarktpositie van Turkse immigranten met die van autochtonen in zowel Nederland als Duitsland. We vinden dat de Turkse immigranten minder vaak een baan, minder vaak een vaste aanstelling en minder vaak banen met een hogere beroepsstatus hebben dan autochtonen. In beide landen verklaart het lagere niveau van de opleiding en de leeftijdsverdeling van de Turken een deel van de achterstandspositie. Het gestandaardiseerde verschil, ofwel het verschil na rekening te hebben gehouden met de geobserveerde individuele karakteristieken, in de werkgelegenheid en de vaste banen blijft echter groot in Nederland, terwijl het gestandaardiseerde verschil in de beroepsstatus juist groot blijft in Duitsland. Taalbeheersing is in beide landen belangrijk voor beroepsstatus, maar het kan de verschillen in arbeidsmarktpositie tussen de twee landen moeilijk verklaren. Wel is het aannemelijk dat verschillen in gevoerd immigratiebeleid een belangrijke rol spelen in het verklaren van verschillen in de achterstand in de beide landen, en dan met name voor werkgelegenheid onder de Turkse mannen.